Hoe Lidewij Edelkoort mij inspireerde
In het Paasweekend zat ik lekker buiten. Kopje thee erbij, zonnetje op mijn gezicht: de ideale setting om lekker een paar uur te lezen. Ik ben – niet heel verrassend misschien – geabonneerd op een aantal interieurbladen. Pi is er daar eentje van, dit is een vakblad over interieurarchitectuur en interieurproducten. En ook Eigen Huis en Interieur valt hier iedere maand op de mat. Die middag in het zonnetje heb ik uit dat laatste magazine één artikel van Lidewij Edelkoort meerdere keren gelezen. Haar visie maakte indruk op me, en in deze blog vertel ik je graag waarom.
Edelkoort maakt zich al jaren sterk voor een economische revolutie waarbij we korte metten maken met onze afhankelijkheid van overproductie. En als trendwatcher legt ze daarbij nu de link met corona. Ik zal een klein stukje uit het artikel citeren:
‘Het virus dwingt ons te doen wat we allang weten dat we moeten doen: minder reizen, minder kopen, minder weggooien, minder rotzooi toelaten in ons bestaan. Minder werken ook, minder stress en minder afhankelijkheid van geld. We zien in Amerika hoe zeer geld en inhaligheid de maatschappij hebben ontwricht – daar vindt men nu dat ouderen het loodje moeten leggen om de economie te redden. Die hebzucht gaat veel te ver. Het is een pathologisch beeld dat wellicht de dood wordt van het marktgedreven kapitalisme. We krijgen nu de kans te kiezen voor een humaan, langzaam en circulair systeem. Voor een ‘economie van gelukkig-zijn’, noem ik het voorlopig.’
Deze gedachte zette me aan het denken en inspireerde me ook om meer van Edelkoort op te zoeken. Ik vond een mooi artikel in Dezeen magazine (je leest het hier). En in een artikel op linda.nl las ik dat ze van mening is dat ‘corona kan zorgen voor een nieuw begin’.
‘Een voordeel van de huidige strenge maatregelen is dat de wereldbevolking naast thuisquarantaine nu ook automatisch aan een vorm van ‘consumptiequarantaine’ lijkt te doen. Daarmee bedoelt ze dat mensen ineens weer de waarde inzien van een simpele jurk, objecten die je al in je bezit hebt of een vergeten boek. Ze voorspelt dat dit besef van groot cultureel belang zal zijn in de wereld ná de pandemie: het hoeft niet altijd meer-meer-meer, je kan ook prima af met een tandje minder.’
Ik vind het bijzonder dat Edelkoort deze mening deelt. Maar weinig mensen noemen namelijk de positieve gevolgen van COVID-19. En toch zijn ze er volgens Edelkoort. Zij is van mening dat deze pandemie juist kansen biedt voor ons als mensheid en vooral ook voor de planeet waarop we wonen. En hoe meer ik er over las, hoe meer ik het ermee eens ben. De volgende stap: bedenken hoe ik dit op mijzelf en op mijn werk kan toepassen.
Een goed begin begint bij jezelf. Ik woon nu twee jaar in mijn huis en wilde mijn achtertuin graag aanpakken. Nieuwe meubels, leuke aankleding: ik zag het al helemaal voor me. Maar waarom wil ik eigenlijk alles nieuw hebben? Omdat iedereen het zo doet? Met de visie van Edelkoort in mijn achterhoofd vond ik het zonde om iets weg te doen dat best nog een paar jaartjes mee kan. En dus werd ik creatief. Inmiddels heb ik mijn tuintafel opgeknapt, de tuinstoelen ‘gepimpt’ en de wandlampen een nieuwe uitstraling gegeven. En ik ben enorm blij met het resultaat. Om de tafel als voorbeeld te geven: die vond ik al jaren niet mooi en niet praktisch. Maar er zelfs iets moois van maken, heeft me veel voldoening gegeven. En zo werkt het met meer dingen. Door deze roerige tijden worden mensen creatiever en gaan ze meer en meer zelf aan de slag. Edelkoort noemt dit ‘de eeuw van de amateur’.
Om het bruggetje te maken naar mijn werk: ik ben nooit een interieurontwerper geweest die tegen opdrachtgevers zegt dat ze alles weg moeten doen en dat ze alles nieuw moeten aanschaffen. Ik ben altijd al een voorstander geweest van de combinatie ‘nieuw’ en ‘hergebruiken’. Dit geldt voor al mijn opdrachtgevers: van particulieren tot opdrachtgevers in de zorg tot opdrachtgevers die een kantoorpand willen aankleden. In iedere situatie zijn er wel meubels aanwezig die nog een tijdje mee kunnen. Het is mijn taak om het interieurontwerp zó te maken dat die ‘oude’ meubels in combinatie met nieuwe meubelelementen een mooie eenheid vormen. Daarnaast zorgt een goede basis in het interieurontwerp – een kwalitatief goed plafond bijvoorbeeld, of een vloer met duurzame materialen – ervoor dat het interieur jaren mee kan. Dat is iets wat mij als interieurarchitect aan het hart gaat, want duurzame interieurs: dat is waar is voor sta. En wat betreft die nieuwe meubelelementen: ik ontwerp graag duurzame producten en werk daarvoor samen met interieurbouwers met eenzelfde visie. Dat betekent dat de meubels niet goedkoop zijn, maar wel van een hoogstaande kwaliteit zijn en dus jaren meegaan.
Dit betekent een omslag van ‘ik vind het niet mooi meer, dus ik gooi het weg en koop iets nieuws’ naar ‘hoe kan ik een creatieve oplossing bedenken voor meubels die nog wel goed, maar niet mooi meer zijn’. Er wordt zoveel weggegooid, zoveel verspild – en dat komt voort uit luiheid. Het is makkelijker om iets nieuws te bedenken of te kopen dan om iets te hergebruiken. Om van oude meubels iets nieuws te maken, of om herbruikbare meubels in een nieuw ontwerp te verwerken. Daarin ligt voor mij als interieurontwerper een schone taak. Ook ik kan nog zoveel anders en beter doen. En de ideeën van Edelkoort inspireren mij daarbij. Ik heb de kans om het anders te doen, vooral nu. Die kans wil ik niet verspillen, maar vooral met beide handen aangrijpen.